Geluid
In de bouwnijverheid wordt veel gebruikgemaakt van machines en gereedschappen die lawaai maken. Het belangrijkste gevolg van werken in lawaai is gehoorschade (lawaaidoofheid). Hoe lang het duurt voordat gehoorschade optreedt, hangt af van het geluidsniveau en de duur van de blootstelling aan dat geluid.
Geluid is schadelijk wanneer het harder is dan 80 dB(A) (maximale lawaaiblootstelling naar blootstellingsduur). Maar wanneer is dat dan? De vuistregel is: sta je 1 meter bij iemand vandaan en moet je je stem verheven om elkaar te kunnen verstaan, dan is het geluid harder dan 80 dB(A).
Wat zijn de gevolgen van werken in lawaai en welke maatregelen kun je nemen om gehoorschade te voorkomen?
Het belangrijkste gevolg van werken in lawaai is gehoorschade (lawaaidoofheid). Hoe lang het duurt voordat gehoorschade optreedt, hangt af van het geluidniveau en de duur van de blootstelling aan dat geluid. De grens ligt op 80 dB(A). In een omgeving waar het geluid gedurende de hele dag onder de 80 dB(A) ligt, raakt het gehoor niet beschadigd. Als het geluid boven de 80 dB(A) komt, moet gehoorbescherming voorkomen dat het gehoor beschadigd raakt. Hierbij geldt dat hoe harder het geluid is, hoe sneller er gehoorschade ontstaat als de oren niet worden beschermd. Houd hierbij het volgende rijtje aan:
- 80 dB(A): 8 uur
- 83 dB(A): 4 uur
- 86 dB(A): 2 uur
- 89 dB(A): 1 uur
- 92 dB(A): half uur
- 95 dB(A): kwartier
Bij 80 dB(A) zal er na 8 uur gehoorschade optreden, bij 83 dB(A) al na 4 uur. Er kan dus maar heel kort worden gewerkt bij hoge geluidniveaus. Daarom moet je in eerste instantie proberen het lawaai te beperken. Lukt dit niet, of niet voldoende, dan moet je met gehoorbescherming werken, het liefst constant dragen.
Lawaaidoof word je heel geleidelijk. Helaas is het tegen de tijd dat je het echt merkt te laat. Lawaaidoofheid gaat niet meer over. Andere gevolgen van werken in lawaai zijn onder andere: neerslachtigheid, slapeloosheid, irritaties, concentratieproblemen, vermoeidheid en hoofdpijn.
Bijna alle beroepen in de bouwnijverheid hebben te maken met lawaai. Zijn het niet de machines die lawaai maken, dan zijn het wel de radio's. In onderstaande tabel staan de gemiddelde geluidsniveaus waaraan werknemers in de bouw worden blootgesteld, buiten de radio’s om.
Voor werkgevers
Om de blootstelling aan lawaai bij werknemers te voorkomen of te verminderen, is de werkgever wettelijk verplicht maatregelen te nemen. Hierbij moet hij de onderstaande volgorde aanhouden:
- Hij probeert eerst het probleem bij de bron aan te pakken. Ofwel: is het
mogelijk om de bron van het lawaai (bijvoorbeeld de machine) niet te
gebruiken? Kan hij een andere werkmethode toepassen waarbij
minder geluid vrijkomt. Bijvoorbeeld boren in plaats van heien? - Wanneer bronmaatregelen niet mogelijk zijn, is omkasting van
machines of toepassing van dempende materialen de volgende stap. - Als dat ook niet het gewenste effect heeft, moet de werkgever kijken of
het mogelijk is het aantal werknemers dat aan lawaai wordt blootgesteld en
de blootstellingduur te beperken. Bijvoorbeeld door het werk zo verdelen dat niemand in de buurt van lawaaiige machines hoeft te werken.
Mocht ondanks alle inspanningen het geluidsniveau toch nog te hoog zijn, dan moet de werkgever vanaf 80 dB(A) zijn werknemers van de juiste gehoorbescherming voorzien.
Voor werknemers
Werknemers zijn verplicht de gehoorbescherming te dragen bij geluidsniveaus vanaf 85 dB(A).Om te voorkomen dat werknemers doof worden, kunnen zij het volgende doen:
- Zo veel mogelijk uit de buurt van het lawaai blijven.
- De werkgever vragen geluiddempende maatregelen te nemen (bijvoorbeeld door omkastingen te plaatsen of door geluiddempende materialen toe te passen).
- Omkastingen en afschermingen bij machines dicht laten en dempers op gereedschap laten zitten.
- Cabinedeur en -ramen gesloten houden, zodat lawaai van buiten niet naar binnen komt. Daarbij regelmatig de afdichtingen van openingen en kieren in de cabine contoleren, zodat deze goed geïsoleerd blijft.
- Machines en compressoren uitzetten als ze niet worden gebruikt.
- Met een zo laag mogelijk vermogen werken.
- Rustig rijden, niet te hard optrekken om daarna meteen weer te remmen. Dit veroorzaakt onnodig veel lawaai.
- Voor goed onderhoud van machines en gereedschap zorgen, zodat er geen onderdelen gaan rammelen.
- Werkstukken vastklemmen zodat ze niet gaan trillen (veroorzaakt ook weer lawaai).
- Gereedschap en materialen niet neergooien, maar neerleggen.
- Radio niet te hard zetten (het is beter vier radio's verdeeld over de werkplek tegelijkertijd zacht aan te zetten, dan één radio op een centrale plek keihard).
- De juiste gehoorbescherming dragen en deze schoon houden en stofvrij bewaren.
Veelgestelde vragen over lawaai en gehoorschade
De gehoortest is vast onderdeel van de DIA/PAGO. De herhalingsfrequentie van de gehoortest is afhankelijk van de hoogte van de blootstelling en de individuele gevoeligheid. De bedrijfsarts stelt dit vast en zal de werknemer daarover zo nodig adviseren. Als de werknemer het idee heeft dat hij gehoorschade heeft opgelopen door zijn werk, kan hij ook het arbospreekuur van de arbodienst bezoeken.
Nee, helaas kan de gehoorschade niet ongedaan gemaakt worden. Wel moet er alles aan gedaan worden om te voorkomen dat het gehoor nog verder beschadigd. Dus ook als er al gehoorschade is, moet toch nog de juiste gehoorbescherming gebruikt worden.
Ja, dat kan. Ook als een gedeelte van de dag in een lawaaiige omgeving wordt gewerkt, kan het gehoor beschadigd worden. Het risico daarbij is juist dat mensen die af en toe in het lawaai staan geen gehoorbescherming dragen, omdat het toch maar 'even' is. Je zult niet van de een op de andere dag lawaaidoof zijn, maar het gaat sneller dan je denkt.
Nee, iemand die lawaaidoof is, hoort bepaalde frequenties (toonhoogten) niet meer. Hierdoor wordt het bijvoorbeeld lastig gesprekken te volgen. Het geluid wordt dof en klinkt als een brei.
Deze getallen geven het geluidsniveau aan rondom de machine en in de cabine:
Het getal op de LWA-sticker geeft aan welk geluidsniveau de machine heeft onder de afgesproken testcondities. Hoe lager het getal, hoe beter. De fabrikant of importeur is verplicht deze waarde op de machine te vermelden. Als de machine geen cabine heeft en er veel mensen rondom de machine werken en wonen, dan is het des te belangrijker dat de LWA-waarde laag is.
Het getal op de LpA-sticker op de cabine geeft aan hoe hoog het geluidniveau in de cabine is onder de afgesproken testcondities. Hoe lager het getal, hoe beter. Het is niet verplicht deze waarde te vermelden, maar veel cabines hebben wel zo'n sticker. Hoe langer de machinist op de machine zit, hoe belangrijker een laag geluidniveau is.
Dit is afhankelijk van waar de machine gebruikt gaat worden en waarvoor. Als er bijvoorbeeld in de stad gewerkt gaat worden, waar het geluid dat de machine maakt zo laag mogelijk moet zijn, dan is de LWA-waarde bepalend (hoe lager, hoe beter). Wordt de machine ingezet voor werk buiten de stad, dan is de LpA-waarde bepalend (hoe lager, hoe beter).
Je kunt hiervoor de arbodienst of een akoestisch adviesbureau inschakelen.
Nee, het verstrekken van gehoorbeschermingsmiddelen op zich is niet voldoende. Bij het verstrekken van de gehoorbescherming moet je aangeven in welke situatie deze gebruikt moet worden. Daarnaast moet je voorlichting geven over het juiste gebruik van de gehoorbescherming en het onderhoud. Je moet de werknemer laten tekenen voor ontvangst van zowel de verstrekte gehoorbescherming als de daarbij behorende instructie. Ook moet je toezien op juist gebruik van de gehoorbescherming. Voordat je overgaat tot het verstrekken van gehoorbescherming, dien je echter altijd als eerste te proberen het geluid terug te dringen tot onder de 85 dB(A).
Bij de keuze voor een type gehoorbescherming zijn de volgende factoren van belang:
- Geluidniveau
- Frequentie (toonhoogte) van het lawaai
- Andere werkomstandigheden: vuil, hitte, verkeer
- Draagcomfort
- Noodzaak tot communicatie, vooral bij werk aan het spoor of wegen
- Prijs
In grote lijnen kan gehoorbescherming verdeeld worden in twee categorieën: te dragen in het oor of te dragen over de oorschelp. Echter, niet alle soorten gehoorbescherming bieden dezelfde bescherming. Voor een goed advies kun je terecht bij de arbodienst of bij een leverancier van persoonlijke beschermingsmiddelen.
Otoplastieken zijn individueel aangemeten gehoorbescherming. Met otoplastieken is normaal contact met de omgeving mogelijk. Tegelijkertijd wordt een dusdanige demping van het lawaai bereikt dat beschadiging aan de gehoororganen wordt voorkomen. Communicatie op een 'normaal' spraakvolume blijft mogelijk en omgevingssignalen, zoals waarschuwingssignalen, blijven hoorbaar. Mede door het lage gewicht en de goede pasvorm is dit een zeer gebruikersvriendelijke gehoorbescherming.
Als je werknemer werkt in geluid dat boven 85 dB(A) uitkomt, dan is hij verplicht de door jouw verstrekte gehoorbescherming te gebruiken. Als je werknemer weigert de gehoorbescherming te gebruiken, dan kun je diverse stappen ondernemen:
- Een mondelinge waarschuwing, met aantekening in personeelsdossier.
- Bij blijvende weigering een schriftelijke waarschuwing geven met kopie in personeelsdossier.
- Een boete opleggen als de cao of het arbeidsreglement een boetebeding kent.
- Een verzoek aan de Inspectie SZW tot controle.
- Een schorsing zonder behoud van loon.
Werken alle voorgaande maatregelen niet, dan kun je een ontslagvergunning aanvragen op grond van het niet gedragen zoals een goed werknemer betaamt en het weigeren van een opdracht. Ontslag op staande voet is alleen zinvol als naar objectieve maatstaven sprake is van het door de weigering van de werknemer veroorzaken van dusdanige risico's of ernstige gevolgen voor de werknemer zelf en/of derden, dat handhaving van het dienstverband in strijd is met goed werkgeverschap.
De werknemer kan een boete krijgen van maximaal € 450,- bij het niet gebruiken van de verstrekte gehoorbescherming.