Contact met elektriciteit
Elektriciteit is de energiebron voor licht, beweging en warmte. In de Bouw & Infra heb je op de volgende manieren te maken met elektriciteit:
- Werken met elektrisch aangedreven machines en gereedschap.
- Werken in de buurt van hoogspanningsmasten en in/om traforuimtes.
- Rijden met elektrische voertuigen.
Het gevaar schuilt in het feit dat je in aanraking kunt komen met spanning voerende delen. Bijvoorbeeld de niet geïsoleerde delen van leidingen in een zwerfkast, beschadigde kabels of slecht werkende behuizing van gereedschap.
De gevolgen van aanraking met spanning voerende delen kunnen zijn:
- Elektrocutie (stroomdoorgang door het lichaam) variërend van een nauwelijks voelbare prikkel tot een fatale hartstilstand.
- Brand of explosie door kortsluiting of verhitting door overbelasting.
Om jezelf goed te beschermen tegen de gevaren van werken met elektriciteit kun je de volgende maatregelen nemen:
Storing voorkomen
- Vervang elektrisch gereedschap voor accu-gereedschap.
- Zorg voor goed onderhoud.
- Controleer gereedschap en leidingen op beschadigingen voor je aan de slag gaat.
- Voorkom overbelasting en check vooraf het toegestane aantal apparaten bij gebruik zwerfkasten (niet doorlussen).
- Werk zo min mogelijk met verlengsnoeren. Moet het toch? Zorg voor de juiste capaciteit en ).
Optreden bij storing
- Schakel de aardlekschakelaar niet in als de oorzaak van de storing nog niet is verholpen.
- Vervang geen zekering zonder de oorzaak van de storing te verhelpen.
- Vervang bij storing geen zekeringen door zwaardere zekeringen.
- Overbrug de zekeringen niet.
Voorkomen van apparaten aanraken die elektrische stroom voeren
- Houd een veilige afstand aan bij bovengrondse leidingen (hoe hoger de spanning, hoe groter de afstand).
- Lukt dit niet? Overleg met de leidinggevende. Laat bijvoorbeeld de stroomtoevoer uitschakelen of laat de leiding door een deskundige afdekken/afschermen (alleen bij 220 of 380 Volt).
Beschermingsmaatregelen tegen het aanraken van delen onder spanning:
- Controleer elektrisch aangedreven apparaten en hun leidingen steeds nauwkeurig op defecten en beschadigingen voor je ermee werkt.
- Bescherm elektrische installaties op projectlocaties door vaste aardlekschakelaars.
Maatregelen na werktijd:
- Schakel elektrische installaties op het bouwwerk in zijn geheel uit tenzij het gaat om elektrische verdeelkasten die ook na werktijd in bedrijf moeten blijven zoals pompen, bouwketen en verlichting. Zijn er andere machines en toestellen aangesloten op deze verdeelinrichting(en)? Zij dienen spanningsloos te zijn door middel van stopcontactinrichtingen of groepschakelaars.
- Sluit kasten met hoofdschakelaars van de elektrische installatie goed af en voorzie ze van een spanningsvignet.