Werk veilig.
Houd plezier.
Kijk vooruit.

Dieselmotoremissie

Dieselmotoren worden veel gebruikt in de bouw vanwege hun grote vermogen, de bedrijfszekerheid en het hoge rendement. Bij verbranding van diesel ontstaat een mengsel van stoffen. Deze dieselmotoremissie (DME) bestaat uit vaste deeltjes en gassen. Een deel van de deeltjes en gassen is schadelijk voor de gezondheid.

Je wordt blootgesteld aan DME als je in de buurt van draaiende dieselmotoren moet werken. Veel gebruikte toepassingen in de bouw zijn:

  • Hei-installaties
  • Grondverzetmachines
  • Compressoren en aggregaten
  • Bobcats
  • Shovels
  • Heftrucks
  • Vrachtwagens
  • Wegenbouwmaterieel

Maar blootstelling kan ook plaatsvinden bij werkzaamheden in de buurt van voorbijrijdend verkeer.

In besloten of afgesloten ruimten, zoals tunnels, werkplaatsen, maar ook greppels en straten met veel bebouwing is weinig ventilatie. DME kan dan ophopen, waardoor de blootstelling nog hoger is dan in het open veld.

DME kan verschillende effecten hebben op de gezondheid, waaronder oogirritatie, hart- en vaataandoeningen, luchtwegklachten, ontstekingsreacties en longfunctieveranderingen, mogelijk samenhangend met COPD en astma. Daarnaast is er een verhoogde kans op longkanker en blaaskanker. DME staan op de lijst van kankerverwekkende stoffen.

Het is belangrijk om de blootstelling aan DME zo laag mogelijk te houden. Hiervoor zijn maatregelen nodig. Net als bij alle gevaarlijke stoffen geldt ook hier de arbeidshygiënische strategie of het STOP-principe: Substitutie, Technische maatregelen, Organisatorische maatregelen en als het echt niet anders kan, Persoonlijke beschermingsmiddelen.

Op volgorde van belangrijkheid zijn dit mogelijke maatregelen:

1. Substitutie
De ingrijpendste en beste maatregel is het vervangen van dieselmotoren door bijvoorbeeld elektromotoren of LPG-motoren. Materieel op vaste plaatsen kan vaak door elektrisch aangedreven materieel worden vervangen. Als het vermogen niet al te groot hoeft te zijn, kan de dieselmotor vaak worden vervangen door een benzine of LPG-motor.

2. Technische maatregelen

  • Schoner materieel toepassen. De Euro 4 en 5 motoren (on-road) en Stage 3b (off-road) zijn 70% schoner dan de Euro 2 en 3 motoren. Hogere klassen zijn nog schoner.
  • Uitlaatgassen kunnen via systemen worden geleid die de schadelijke stoffen (gedeeltelijk) verwijderen (gangbare mogelijkheden zijn: roetfilters, katalysatoren en combifilters).
  • Bronafzuiging bij stationaire bronnen (pompen, aggregaten en compressoren) en door afzuiging in de garage bij onderhoud.
  • In besloten ruimten de concentratie van uitlaatgassen verminderen door afzuiging en/of geforceerde ventilatie met toevoer van verse lucht.

Het goed onderhouden van materieel is belangrijk. De werking van motoren kan afnemen, waardoor de uitlaatgassen teveel schadelijke stoffen bevatten. Ook onderhoud aan afzuigsystemen, filters en andere beheersmaatregelen is noodzakelijk. Gebruik zorgt voor slijtage en een verminderde werking.

3. Organisatorische maatregelen

Als vervanging of technische maatregelen niet voldoende of niet mogelijk zijn, moet je als werkgever de oplossing zoeken in organisatorische maatregelen, bijvoorbeeld:

  • Aggregaten zo ver mogelijk van de werkplekken vandaan zetten.
  • Organiseer het werk zo dat er zo weinig mogelijk dieselmotoren gelijktijdig op de werkplek aanwezig zijn.
  • Plan werkzaamheden zo dat mensen niet onnodig worden blootgesteld. Het (gedeeltelijk) afsluiten van de weg is daar een voorbeeld van.
  • Zet de motoren uit als ze niet worden gebruikt. 

4. Gebruik ademhalingsbescherming
Als alle technische en organisatorische maatregelen onvoldoende zijn, moeten werknemers ademhalingsbescherming gebruiken. Deze moet zowel gassen als deeltjes tegenhouden; volgelaatsmasker met A2/P3-filter.

contact