Blog 12: De bom die Bouwspraak heet
4 juni was het zover. Bouwspraak, de universele gebaren om collega’s op de bouwplaats te attenderen op gevaarlijke situaties, werd gelanceerd tijdens het acht uur journaal. Maxim Verhagen schoof vervolgens aan in Nieuwsuur en een dag later volgden de persberichten. Het werd direct het gesprek van de dag. Maxim Verhagen gaf aan dat Bouwspraak verplicht gesteld zou worden. Nieuwsuur stelde dat de bedrijfstak met Bouwspraak het aantal dodelijk slachtoffers wilde verminderen en de pers betitelde Bouwspraak als ‘taal’. Over aandacht niet te klagen…
Door al deze aandacht werd Bouwspraak net even iets anders benaderd dan waarvoor Bouwspraak bedoeld is en ontstonden er discussies op de werkvloer. “Dit wordt niks”. “Wat een prachtig initiatief, dit had al eerder gemoeten”. “Hebben ze wel rekening gehouden met de kraan- en hijsgebaren?”. Het grootste deel van de opmerkingen die op mijn bureau vallen is echter positief.
Aandacht is mooi, maar toch kan Nederland wel wat verkeerde ideeën over Bouwspraak hebben gekregen en dat is jammer! Bouwspraak is namelijk ontstaan omdat er zoveel verschillende nationaliteiten de Nederlandse bouwplaatsen bevolken en niet iedereen de Nederlandse taal machtig is. Hierdoor kun je verminderd met elkaar communiceren. Maar ook dat je elkaar niet kunt horen in geval van omgevingslawaai. Bouwspraak is bedoeld om ook anderstalige collega’s snel te waarschuwen voor een gevaarlijke situatie door middel van een universeel gebaar. Bouwspraak is dus niet in het leven geroepen om dodelijke ongevallen te verminderen. Mocht het aantal dodelijke ongevallen in de bouw- en infrasector door middel van Bouwspraak verminderen dan is dat natuurlijk fantastisch. Dit was echter niet a priori het streven.
Geen taal
Bouwspraak is evenmin een taal. Het is een serie op elkaar afgestemde gebaren en borden die ingezet worden om de onderlinge communicatie te verbeteren. Zo kunnen alle werknemers elkaar waarschuwen voor gevaarlijke situaties. Alle gebaren zijn zorgvuldig gekozen, waarbij zoveel mogelijk rekening is gehouden met gebaren die ook internationaal gebruikt worden. Gebaren moeten zoveel mogelijk aansluiten aan het natuurlijk gedrag van mensen. Gebaren moet je leren. Of je nu gaat sporten, doof bent of werkt. Kennis van gebaren moet je eerst tot je nemen, als je ze goed wilt leren gebruiken. Zo ook voor Bouwspraak.
Hé, hé, hé…!
In eerste instantie waren er 17 woorden waar een gebaar aan gekoppeld moest worden. Geen makkelijk klusje en al snel realiseerden we ons dat we het belangrijkste gebaar waren vergeten. Je kunt namelijk wel een gebaar maken, maar hoe weet de desbetreffende collega nu dat dit gebaar voor hem/haar bestemd is? Daarom heeft Bouwspraak ook een startgebaar dat aan alle andere gebaren vooraf gaat, namelijk het gebaar: Attentie/Help!
Het Attentie/Help gebaar is het enige gebaar in Bouwspraak waarbij ook geluid gebruikt wordt. Dit geluid bestaat uit het luid roepen van de woorden ‘Hé, hé, hé…!’. Door driemaal ‘hé’ te roepen krijg je het volgende effect. Bij de eerste ‘hé’ worden mensen nog niet wakker geschut. Bij een tweede ‘hé’ realiseren de meeste mensen zich dat er geroepen wordt. Bij de derde ‘hé’ zullen ze kijken in de richting waaruit geroepen wordt. Zodra er oogcontact is kunnen de vervolg gebaren worden gegeven.
Zorg jij dat dit Attentie/Help gebaar inslaat als een bom? Klik hier voor de download met alle gebaren!