Het werk in de bouw blijft veranderen. Het moet veiliger en gezonder, met plezier naar een goed pensioen. Werp een blik in de geschiedenis en ontdek de veranderingen!
Canon bedrijfsgezondheidszorg en veiligheid Bouw & Infra
Een reis door de tijd
Samuel Senior Coronel
Samuel Coronel publiceert zijn boek ‘De gezondheidsleer toegepast op de fabrieksarbeid’, en wordt gezien als de pionier van de bedrijfsgezondheidszorg.
Kinderwetje van Van Houten
De Nederlands politicus en rechtsgeleerde Samuel van Houten maakt met de wet een einde aan bepaalde vormen van kinderarbeid.
Arbeidswet
Het verbod van arbeid door kinderen beneden de 12 jaar blijft gehandhaafd. De bescherming van een maximum aan werkuren wordt uitgebreid tot vrouwelijke arbeiders en oudere kinderen. De wet is van toepassing voor fabrieken en werkplaatsen.
Oprichting Arbeidsinspectie
De inspectie wordt opgericht naar aanleiding van de Arbeidswet in het jaar ervoor.
Oprichting en opening van het veiligheidsmuseum in Amsterdam
Het museum maakt en publiceert in de eerste helft van de twintigste eeuw een groot scala aan materiaal op het gebied van veiligheid en voorlichting. Onder andere een maandblad, radiogesprekken en veiligheidsaffiches.
Veiligheidswet
De nieuwe wet zorgt voor bescherming van werknemers tegen de mechanische gevaren op werkplaatsen en fabrieken. Niet van toepassing in de landbouwsector en huisnijverheid.
Leerplichtwet
De wet zorgt voor het definitieve einde van kinderarbeid in Nederland. Kinderen van 7 t/m 12 jaar moeten verplicht naar school.
Ongevallenwet
De eerste sociale verzekeringswet van ons land is van kracht. Tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid Ir. Cornelis Lely, dezelfde bewindspersoon die later zorgt voor de aanleg van de afsluitdijk en de IJsselmeerpolders. De Wet regelt dat ‘loontrekkers’ werkzaam in gevaarlijke industriële bedrijven een uitkering krijgen bij invaliditeit door een bedrijfsongeval. Bij overlijden ontvangen de weduwe en wezen een beperkt deel van de uitkering. De Ongevallenwet wordt gezien als het eerste zuinige ouderdomspensioen, omdat de uitkering bij invaliditeit doorliep na de leeftijd van 65 jaar.
Invaliditeitswet
Dominee Syb Talma, Minister voor Landbouw, Nijverheid en Handel, spant zich jaren in voor het ontwerp van de sociale zekerheid voor Nederland. Hij legt de basis van ons huidige sociale zekerheidstelsel, gebaseerd op collectieve verzekeringen. Talma maakt onderscheid tussen uitkeringen bij ziekte en verzekeringen voor de kosten van geneeskundige behandelingen. Het lukt hem in 1913 om de Invaliditeitswet aangenomen te krijgen. Vanaf december 1913 verstrekt de ‘Rijksverzekeringsbank’ uitkeringen aan werknemers die invalide waren geraakt, ongeacht de oorzaak. De leeftijd van 70 jaar staat in deze Wet gelijk aan invaliditeit. De uitkering liep dan door in een ‘ouderdomsrente’. In 1919 treedt de Invaliditeitswet volledig in werking. Werkgevers betalen voortaan verplicht premie middels het plakken van rentezegels, weduwen en wezen krijgen recht op uitkering. Andere onderdelen van de wetsontwerpen van Talma komen pas veel later tot uitwerking: in 1930 (de Ziektewet) en 1941 (het Ziekenfondsbesluit).
Eerste Wereldoorlog
Op 28 juli 1914 begint de Eerste Wereldoorlog. Hoewel Nederland neutraal blijft in de oorlog zijn er wel consequenties. Grote aantallen Belgische vluchtelingen moeten worden opgevangen in ons land. Door de sterk verminderde activiteit in internationale handel stijgt de werkloosheid. Voedsel wordt schaars en gaat na korte tijd zelfs op de bon. Uit wanhoop worden voedselvoorraden in de grote steden geplunderd. De oorlog duurt tot november 1918.
Foto: Soldaten in loopgraven. ANP PHOTO / CC-BY-NC-ND licentie.
Wijziging ongevallenwet
In 1921 wijzigt de Ongevallenwet van 1901 flink. Voortaan vallen alle bedrijven onder de Ongevallenwet, met uitzondering van de land- en tuinbouw, zeevaart en zeevisserij. Zij hebben eigen wettelijke regelingen. De nieuwe Wet stelt een toenemend aantal beroepsziekten met een arbeidsongeval gelijk. Tevens maakt de Wet revalidatie en omscholing mogelijk.
Veiligheidsmuseum Amsterdam begint met uitgeven van veiligheidsplaten
Toekenning van preventief toezichthoudende taak aan bedrijfsartsen
De crisisjaren
Na de grote beurscrash in Amerika in oktober 1929 volgt de crisis al snel in de rest van de wereld. Het aantal werklozen in Nederland stijgt sterk. Van 150.000 in 1930 naar 600.000 vijf jaar later. De jaren hierna neemt dit aantal geleidelijk af naar 350.000 tot aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Een op de vier arbeiders is langer dan een jaar werkloos. Uit wanhoop worden verzekeringen opgezegd en trekken mensen bij elkaar in om de kosten zo laag mogelijk te houden. De regering hoopt door middel van financiële steun aan werklozen de conjunctuur weer op gang te brengen. Deze mag echter ook niet te hoog zijn, om te voorkomen dat werklozen 'lui' worden. Werklozen worden verplicht om in de werkverschaffing te werken. Dit zorgt voor een sterke toename aan grote openbare werken zoals dijken, sloten, wegen en riolering.
Nederlands Instituut voor Preventieve Geneeskunde opgericht
Het NIPG wordt door twee Leidse hoogleraren opgericht: de kinderarts E. Gorter en de oogarts/geneticus J. van der Hoeven. Zij waren tot de conclusie gekomen “dat het gangbare wetenschappelijk onderzoek bij patiënten wel de curatieve mogelijkheden van de geneeskunde vergroot, maar dat daarnaast meer hygiënisch gerichte activiteit nodig is om het ontstaan van ziekten te voorkomen en vroegtijdige herkenning en behandeling van ziekten te bevorderen.”
Bron: F. Doeleman, Veertig jaar Nederlands Instituut voor Praeventieve Geneeskunde, 1929-1969. Mens en Onderneming, 1969
Invoering van de Ziektewet
Na het aannemen van de oorspronkelijke wet in 1913, duurt het nog tot 1930 tot de wet daadwerkelijk in werking treed.
Oprichting TNO
Nederlandse organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek. TNO is een onafhankelijke onderzoeksorganisatie.
Vernieuwde Veiligheidswet
De Veiligheidswet heeft breder bereik dan de oorspronkelijke wet. De vernieuwde versie geldt ook voor agrarische bedrijven en is van toepassing op het werken met gevaarlijke stoffen en elektriciteit.
Veiligheidsbesluit Fabrieken of Werkplaatsen
Het veiligheidsbesluit (VBF) wordt later onderdeel van de Arbowet.
Tweede Wereldoorlog
Op 10 mei 1940 valt Duitsland Nederland binnen, het begin van de Tweede Wereldoorlog in Nederland. In de hieropvolgende jaren worden steden gebombardeerd en Joden massaal afgevoerd naar concentratiekampen. In de winter van 1944-1945 sterven tienduizenden mensen door het extreme voedselgebrek. In mei 1945 tekent Duitsland officieel de overgave, het einde van de Tweede Wereldoorlog.
Foto: Wederopbouw van Rotterdam, 14 november 1945. Bron: Willem van de Poll, Nationaal Archief / Fotocollectie Van de Poll
Werkgroep van Veiligheidsinspecteurs komt tot stand
Tijdens de jaren 20 en 30 begonnen grote bedrijven de eerste veiligheidsinspecteurs aan te stellen. Zij werkten echter als eenlingen en moesten het doen met hun eigen werkervaring, kennis uit het Veiligheidsmuseum en contact met andere inspecteurs. In 1947 verenigen de inspecteurs zich in een werkgroep van Veiligheidsinspecteurs, voorloper van de huidige NVVK.
Noodwet Ouderdomsvoorziening
Tot zo’n 180 jaar geleden werkte je door tot je erbij neerviel. Met een beetje geluk kon er familie voor je zorgen als je echt niet meer in staat was om te werken. In 1845 werd het eerste pensioenfonds in Nederland opgericht. Dit was het fonds van de Hollandse IJzeren Spoorwegmaatschappij. Een jaar later werd het burgerlijk pensioen voor ambtenaren in de wet vastgelegd. Nog lang niet iedereen kreeg echter een financiële bijdrage na pensioneren.
In 1947 verandert Nederland naar een verzorgingsstaat. Willem Drees, minister van Sociale Zaken, lanceert namelijk de Noodwet Ouderdomsvoorzieningen. Deze wet is ook wel beter bekend als de Noodwet van Drees.
De jaren 50
De jaren 50 zijn de opbouwjaren van Nederland na de 2e wereldoorlog. De haven van Rotterdam bloeit op. Nederland voert de Algemene Ouderdoms Wet (AOW) in met een pensioeninkomen vanaf 65 jaar oud.
Preventie
Het aantal veiligheidskundigen groeit en de aandacht verschuift steeds meer naar veiligheid vooraf (preventie) in plaats van achteraf. Bedrijven met meer dan 750 werknemers worden verplicht een bedrijfsgezondheidsdienst te hebben. Midden jaren 50 richt de bouw het ‘Economisch Instituut voor de bouw (EIB)’ op. Zij doen onderzoek naar economische ontwikkelingen, de arbeidsmarkt en sociale zekerheid.
Foto: Minister President Drees heeft het gebouw van R.V.D., de L.V.D. , en studios van de Ned. Radio Unie en de Wereldomroep officieel geopend. Bron: ANP / CC-BY-NC-ND licentie.
Oprichting Sociaal Fonds Bouwnijverheid
Veiligheidsmuseum wordt het Veiligheidsinstituut
Het museum begint met de eerste scholing van veiligheidsfunctionarissen en verandert langzaam in een nationaal kennisinstituut. Door opleidingen en voorlichting groeit de groep mensen met kennis over veiligheid. In deze periode shift de focus van veiligheid ‘achteraf’ steeds meer naar veiligheid ‘vooraf’, oftewel preventie.
Oprichting Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB)
Oprichting EIB
Economisch Instituut voor de Bouw. Het wordt opgezet door organisaties uit de bouwwereld. Het EIB is een onderzoeksbureau voor toegepast economische analyse en verricht zowel in opdracht als op eigen initiatief onderzoek.
De AOW
Tien jaar na de Noodwet Ouderdomsvoorziening werd de Algemene Ouderdomswet van kracht. De AOW regelde voor alle Nederlanders vanaf 65 jaar en ouder een ouderdomsuitkering, betaald volgens het omslagstelsel. Wie werkt, betaalt de AOW van de generatie die op dat moment met pensioen is. Bepaald hoog kon de uitkering niet genoemd worden. In de volgende jaren steeg de welvaart echter geleidelijk en werd besloten de AOW gelijk te stellen aan het sociaal minimum. Tien jaar later werd de AOW gekoppeld aan het minimumloon en daarmee welvaartsvast. Vandaag de dag heeft iedereen in Nederland recht op AOW. De uitkering bedraagt op dit moment een bedrag van 1144,72 euro per maand (bruto).
Omslagstelsel
Het omslagstelsel werkt in theorie en praktijk zeer goed, zolang het geboorte- en sterftecijfer maar constant blijft. De laatste jaren is er echter sprake van vergrijzing. De groep werkenden neemt af, terwijl de groep gepensioneerden sterk toeneemt en de levensverwachting wordt hoger. Waar mensen in de jaren vijftig gemiddeld 73 jaar oud werden, is dit nu 81 jaar. Ouderen maken dus gemiddeld twee keer zo lang gebruik van de AOW. Steeds minder mensen moeten voor steeds meer ouderen zorgen en als gevolg hiervan is in de wet in 2012 de AOW-leeftijd verhoogd naar 67 jaar. Werken tot je 67ste is voor veel werknemers in de Bouw & Infra lastig. De lichamelijk zware beroepen dragen bij aan chronische aandoeningen, waardoor deze functies eigenlijk niet tot je 67ste vol te houden zijn. Er wordt al jaren gepleit voor een aangepaste pensioenleeftijd of een financiële regeling voor deze werknemers.
Wet op de Bedrijfsgezondheidsdiensten
De wet verplicht bedrijven met meer dan 750 werknemers een bedrijfsgezondheidsdienst te hebben.
De jaren 60
De gasbel van Slochteren biedt schonere en goedkope energie. Nederland schakelt van kolen op aardgas over en legt daarvoor een uitgebreid netwerk van gasleidingen aan. De tijdsgeest in combinatie met het verdiende aardgasgeld is de basis voor het opbouwen van de sociale zekerheid voor werknemers.
Ziektewet
Werknemers kunnen aanspraak maken op een uitkering vanuit de Ziektewet en de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Zij krijgen ook recht op een vrije zaterdag en vakantiedagen, in totaal twee weken per jaar, bij wet geregeld. Het ziekteverzuim stijgt door de nieuwe Ziektewet meer dan verwacht. Dit is voor de ‘Bond van Aannemers in de Bouwnijverheid’ (BAB) aanleiding om de commissie arbeidsverhoudingen te laten onderzoeken hoe bedrijfsgezondheidszorg voor werknemers in de bouw beschikbaar kan komen.
Foto: Bouw eerste ‘Aviobridge’ Schiphol. Bron: Cor Out / ANP / CC-BY-NC-ND licentie.
Vakantie in de wet vastgesteld
Werkgevers werden verplicht hun arbeiders per gewerkt jaar 2 volle werkweken vakantie te verlenen, waarvan 1 week aansluitend.
Wet op de bedrijfsgeneeskundige diensten en de WAO van kracht
De WAO staat voor Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Deze wet regelde tot en met 2005 een inkomen als je langdurig ziek was. Kon je na een wachttijd van 52 weken nog steeds onvoldoende werken? Dan kreeg je een WAO-uitkering.
Bedrijfsgezondheidszorg naar de bouw
Bond van Aannemers in de Bouwnijverheid (BAB) verzoekt haar commissie Arbeidsverhoudingen zich te oriënteren over de mogelijkheden om bedrijfsgezondheidszorg beschikbaar te maken voor de werknemers in de bouw. Het hoge ziekteverzuim was de belangrijkste exponent tot aanzet hiertoe.
De jaren 70
De sociale partners in de bouw richten de ‘BG Bouw’ op. Deze stichting houdt zich bezig met de ontwikkeling van preventiezorg voor werknemers in de bouw. Zij doen dit samen met regionale bedrijfsgeneeskundige diensten en kennisinstituten als NIPG-TNO en het Coronel Instituut voor Arbeid & Gezondheid.
Onderzoek
Bedrijfsartsen en andere deskundigen doen in deze jaren meer onderzoek naar de gevolgen van arbeidsrisico’s, zoals giftige stoffen en werkstress, op de gezondheid van werknemers. Ze geven advies voor verbeteringen en de vakbonden ondersteunen daarbij stevig. Dat geldt ook voor de BG Bouw, bijvoorbeeld met onderzoek naar de risico’s van de lichamelijk zware werkbelasting van het werken met natuursteen.
Rapport ‘Bedrijfsgezondheidszorg in de Bouwnijverheid’
Verschijnt in mei 1970, na opdracht van de BAB in 1968.
Oprichting BG Bouw
Op 24 januari 1972 schrijft de stichting 'Bedrijfsgezondheidsdienst voor de Bouwnijverheid', gevestigd op de Basisweg 10 te Amsterdam, zich in bij de Kamer van Koophandel. De eerste bestuursvoorzitter is Arend de Winter en bestuurssecretaris is Jan Pluimert.
Europese richtlijn voor veiligheid
Eerste Europese richtlijn op het gebied van ongelukken op de werkvloer. Nederland begint aan het ontwikkelen van een nieuwe wet om deze richtlijnen te implementeren en de huidige wetgeving te optimaliseren. Dit wordt uiteindelijk de Arbeidsomstandighedenwet van 1980.
De Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) pleit voor een landelijk netwerk van bedrijfsgeneeskundige diensten
De stichting Bedrijfsgezondheidsdienst voor de Bouwnijverheid sluit de eerste 13 contracten met bedrijfsgeneeskundige diensten die aan werknemers van diverse bedrijven zorg leveren.
De VUT
In 1974 bedacht Johan Grobbee, economisch medewerker van het Nederlands Katholiek Vakverbond, plannen voor vervroegde uittreding met achterlating van een vacature voor een jonge werkzoekende. Dit idee is de voorloper van de VUT, vroegtijdige uittreding en prepensioen.
Vanaf 1 december 1976 kregen werknemers in het onderwijs en in de bouw voor één cao-periode de mogelijkheid om op 63- of 64-jarige leeftijd te stoppen met werken. Het aantal sectoren met een VUT-regeling werd snel uitgebreid, waaronder de metaalindustrie. De regeling was met name populair vanwege de gunstige financiële voorwaarden die het bracht. Wanneer men met vroegtijdige uittreding ging, kreeg men een bruto uitkering van 80-90% van het laatst verdiende loon. Gelijktijdig liep de ouderdomspensioen-opbouw gewoon door.
Betaalbaarheid
In 1980 werd het VUT-experiment omgezet in een structurele regeling. Dit werd geregeld door Willem Albeda, toenmalig minister van sociale Zaken in het Kabinet Van Agt I. Er was veel te doen over de betaalbaarheid. De regeling werd gefinancierd door middel van een omslagstelsel. Door toenemende vergrijzing liepen de kosten echter steeds meer op. Halverwege de jaren negentig werd door de sociale partners afgesproken om de regelingen langzaam om te zetten in prepensioenregelingen. Hierbij is het uitkeringsniveau iets lager, op ongeveer 70%, en ook de uittredingsleeftijd ligt hoger, rond de 62. Eveneens zijn de prepensioenregelingen flexibeler dan de VUT-regelingen. Er is de keuze tussen langer of korter doorwerken, met een hogere of lagere uitkering.
2004
In 2004 besloot het kabinet om de belastingvoordelen van VUT en prepensioen vanaf 2006 af te schaffen. Er kwam een overgangsregeling voor mensen die op 31 december 2005 55 jaar of ouder zijn. Anno 2019 is er geen regeling meer voor vroegtijdig pensioen of uittreden van werknemers met zware beroepen. Werkgeversorganisaties en vakbonden pleiten voor een aangepaste pensioenleeftijd. Zij willen een zogenaamde beroepenlijst opstellen met daarin beroepen die in aanmerking komen voor vroegtijdig stoppen met werken. In Oostenrijk is een dergelijk systeem al jaren actief.
De jaren 80
Deze periode start met het gifschandaal in Lekkerkerk. Hierop volgt het eerste grootschalige bodemsaneringsproject van een woonwijk. Meer projecten volgen. Er is meer herstel nodig in het land, twee kabinetten Lubbers blijven jarenlang bezuinigen. De hypotheekrentes lopen zeer hoog op, de bouw raakt in een diepe crisis. Door middel van ATV en VUT proberen regering en bedrijfstakken de forse werkloosheid te bestrijden. Werknemers in de bouw kunnen steeds vroeger stoppen met werken of stromen weg via de WAO.
Bedrijfsgezondheidsdiensten
De BG-Bouw realiseert een landelijk netwerk van bedrijfsgezondheidsdiensten. In 1986 voegt Bureau Bouw Veilig zich bij hen en gaan ze samen verder in ‘stichting Arbouw’. Ze ontwikkelen ‘arbozorg nieuwe stijl’ op basis van de kaderrichtlijn van de Europese Unie. De preventiezorg richt zich met preventiemiddelen en campagnes nadrukkelijker op werkgevers in de bouw, zowel klein als groot. Aan het einde van deze periode loopt het aantal mensen in de WAO op tot bijna 1.000.000. ‘Nederland is ziek’ roept premier Lubbers.
Foto: Toekomstbeeld bij de Amsterdamse justitie. Bron: Cor Mulder / ANP / CC-BY-NC-ND licentie.
Arbeidsomstandighedenwet
De Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) zorgt voor grote veranderingen in de bedrijfsgezondheidszorg en vervangt de Veiligheidswet van 1934. Integrale zorg groeit op gebied van arbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid. Door uitbreiding van de vele beroepen en aspecten in het bedrijfsleven wordt de BGZ groter en ingewikkelder.
1 juli: Heel NL voorzien van gezamenlijke BGD’en (werkend voor de bouw): Bedrijfsgezondheidszorg voor alle bouwvakkers.
Oprichting Federatie Gezamenlijke Bedrijfsgezondheidsdiensten (FBGD)
Directe voorloper van Arbo Unie en een samenwerkingsverband van vijfenveertig regionale bedrijfsgezondheidsdiensten.
Eerste artikelen van de Arbowet van kracht
Overheid neemt meer afstand en er komen met snelvaart arbodiensten en certificeringen. De arbeider wordt medeverantwoordelijk voor zijn arbeidsomstandigheden, wat ervoor zorgt dat het woord ‘veiligheid’ aan populariteit afneemt.
Veiligheidsinstituut gaat op in het Nederlands Instituut voor Arbeidsomstandigheden (NIA)
Nieuw bouwmagazine: Arbouw
Nieuw magazine voor werkgevers in de bouwnijverheid. Het nieuwe blad was een samenwerking tussen Bureau Bouwveilig, BG Bouw, Aboma, Bureau Verletbestrijding en Verzuimonderzoek Bouw. Het kreeg de naam Arbouw, samenvoeging van Uw Arbo. Een ander voorstel was Arborama.
Oprichting Stichting Arbouw
BG Bouw + Bureau Bouw Veilig worden samen Arbouw.
Arbouw werd door de werkgevers- en werknemersorganisaties opgericht om de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid te verbeteren. Het bestuur bestond uit Bouwend Nederland, OnderhoudNL, NOA, FNV Bouw en CNV Vakmensen. De stichting legt haar aandacht op onderzoek naar arborisico’s, nut en noodzaak van arbo-maatregelen en de effecten van arbovriendelijke hulpmiddelen.
Stichting Bouw-Vak-Werk opgericht
Instelling van werkgevers en werknemers, die vanaf 1987 alle werkloze werknemers opzocht en hen hielp bij het terugkeren in de bouw.
Cursus ‘Veilig en Gezond Werken’ van Arbouw
Eerste certificaten cursus ‘Veilig en Gezond Werken’ uitgereikt aan medewerkers van de Koninklijke Volker Stevin Groep. Jaar erna werd de cursus gevolgd door ca 3.000 CAO’ers van deze organisatie.
Europese regeling voor veiligheid en gezondheid
Naar aanleiding van de nieuwe Europese kaderrichtlijn in 1989 voor veiligheid en gezondheid werd de Risico-Inventarisatie en -Evaluatie ontwikkeld. Het ging goed met Nederland en ons land begon weer mee te draaien in de wereldeconomie en technologische vernieuwingen. Door de verbeteringen in het land en voornamelijk in de bouw en industrie kwam er eveneens meer aandacht voor veiligheid en gezondheidsrisico’s. In 1994 ging de vernieuwde Arbowet van start. Deze vernieuwde versie verplichtte bedrijven om aangesloten te zijn bij een arbodienst. Ook een risico-inventarisatie werd verplicht voor risicovolle bedrijfstakken zoals de bouw.
De Arbowet bestaat uit algemene bepalingen en richtlijnen voor bedrijven, werkgevers en werknemers, allen met betrekking tot gezond en veilig werken. De wet wordt beschouwd als een kaderwet met algemene bepalingen. De kaders bevatten verschillende doelvoorschriften die een richtlijn bieden voor de gezondheid en veiligheid van de werknemers. Bedrijven zijn verplicht een Arbobeleid op te stellen op basis van de kaders uit de Arbowet.
Verplichte onderdelen van het arbobeleid zijn onder andere:
- De Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)
- Deskundige medewerkers aanstellen (bedrijfsarts, veiligheidskundige, arbeidshygiënist en een arbeid & organisatiedeskundige), ofwel een contract afsluiten met een Arbodienst of een Preventiemedewerker aanstellen
- Een of meerdere bedrijfshulpverleners (BHV) beschikbaar hebben
- Voorlichting over veiligheid en gezond werken
- Arbeidsgezondheidskundig onderzoek
- Spreekuur en werkbezoek van de bedrijfsarts
Convenant arbeidsomstandigheden bouwnijverheid
Allereerste arboconvenant Nederland. Bevatte verschillende verplichtingen: Voorbeeldprojecten, voorlichting, onderzoek naar gevaarlijke en ongezonde materialen. Een van de speerpunten was de afspraak de voorlichting over de arbeidsomstandigheden in de bouw te intensiveren door middel van een voorlichtingscampagne.
De jaren 90
West-Europa begint aan een nieuw tijdperk na het vallen van de muur. Het werk op kantoor verandert door massale invoering van computers en internet. Dit leidt tot nieuwe beroepsziekten: RSI en de muisarm.
Arbowet
Vele economische goede jaren volgen. De bouw herstelt en kampt later zelfs met een fors tekort aan arbeidskrachten. In 1994 voert Nederland de nieuwe Arbeidsomstandighedenwet in. Bedrijfsgezondheidsdiensten worden arbodiensten. Veiligheidskundigen, arbeidshygiënisten, bedrijfsartsen en A&O-deskundigen gaan bij bedrijven ‘risico-inventarisaties & -evaluaties uitvoeren. Er komen branche RI&E’s beschikbaar voor kleine bedrijven om zelf aan de slag te gaan. Tegelijk met de veranderingen op Arbogebied gaat de verzuimbegeleiding van zieke werknemers van het Sociaal Fonds Bouwnijverheid over naar de arbodiensten. Het ziekteverzuim in de bouw daalt met 30% en blijft daarna nog een paar jaar verder dalen.
Foto metselwedstrijd in Gemert, 14 april 1994. Beiden dragen een t-shirt van de campagne ‘Een bouwvakker is niet van steen’. ANP PHOTO / Foto: Marcel Antonisse / CC-BY-NC-ND licentie.
Arbouw campagne: ‘Een bouwvakker is niet van steen.’
De iconische t-shirts zijn nog steeds bekend en herkenbaar.
Asbest
Duizenden jaren geleden werd al asbest gebruikt, bijvoorbeeld door de Egyptenaren voor het mummificeren. Vanaf 1945 deed asbest haar intrede in de bouw vanwege de lage prijs, de duurzaamheid, en de isolerende en brandwerende werking. Asbest werd gebruikt in golfplaten, dakbeschot, rioleringen, isolatie van leidingen, vinylzeil en bitumen. Vanwege al deze voordelen keek men jarenlang niet naar de nadelen. Ook werd er weinig onderzoek naar de schadelijkheid gedaan. Toch wisten de bouwbedrijven vanaf eind jaren ‘60 al dat asbest schadelijk voor de gezondheid van de bouwvakkers was. Pas eind jaren ’80 nam het gebruik van asbest ook daadwerkelijk af. In 1989 werd het asbestverbod in een cao-bepaling opgenomen en vanaf 1 juli 1993 werd het bewerken en gebruiken van asbest zelfs per Wet verboden.
Compensatie
Blootstelling aan asbest kan longaandoeningen veroorzaken. Mesothelioom, kanker van de longvliezen, is het bekendst en veelal dodelijk. Bootstelling in het verleden kan na tientallen jaren nog tot deze kankersoort leiden. De overheid heeft een Instituut Asbestslachtoffers opgericht dat ex-werknemers of hun erfgenamen (onder bepaalde voorwaarden) financieel kan compenseren bij beroepsziekten door asbest.
Een groot deel van de huizen gebouwd voor 1993 bevat nog steeds asbest. In 2015 is door de overheid bepaald dat vanaf 2024 asbestdaken verboden zijn. In 2016 werd €75 miljoen aan subsidie vrijgegeven om dit te realiseren. Dit bedrag is inmiddels volledig uitgegeven. In juni 2019 stelde het kabinet het verbod van 2024 uit naar 2028. Staatssecretaris Van Veldhoven werkt aan een aantal toezeggingen om de haalbaarheid van het verbod te vergroten. Hieronder vallen het oprichten van een fonds, het bieden van maatwerk voor AOW’ers en het ondersteunen van mensen wiens vermogen vast zit in het huis.
Belangrijke vooruitgang
Een belangrijk jaar met veel ontwikkelingen in de Bouw & Infra:
- Start Periodiek Bedrijfsgezondheidskundig Onderzoek. (PBGO)
- Start data verwerken in Verrichtingen InformatieSysteem Arbouw (VISA). Dit is de start van de historische database van Volandis met gegevens van werknemers in de bouw (Tegenwoordig ISP).
- Asbest verbod in de wet.
- Verder wordt in 1993 de motie aangenomen voor mechanisch steenzetten. Dit zorgt voor een grote vorderingen in het verlichten van het werk.
Foto werkzaamheden aan stalen skelet van nieuw distributiecentrum van verfproducten Sigma Coating, Amsterdam. ANP PHOTO 1996, CC-BY-NC-ND licentie.
Nieuwe Arbowet
Nederland doet mee met wereldeconomie en technische vooruitgang zorgen voor noodzakelijke veranderingen in de wet. De vernieuwde Arbowet verplicht dat bedrijven aangesloten moeten zijn bij een arbodienst. Ook een risico-inventarisatie is verplicht voor risicovolle bedrijfstakken zoals de bouw.
Wet Terugdringen Ziekteverzuim (Wet TZ)
De verzuimbegeleiding verschuift van het sociaal fonds bouw naar de arbodiensten; Voor werkgevers geldt een beperkte eigen-risico periode.
Eerste A-blad: A-blad bestratingsmaterialen
Oprichting EU-OSHA
Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk.
Nota 'Heroriëntatie Arbobeleid en Arbowet'
De nota legt werkgevers en werknemers meer verantwoordelijkheid toe op het gebied van arbobeleid en verzuimbeleid. Verder gaat de arbeidsinspectie zich meer richten op ernstige risico’s en het aanpakken van bedrijven die zich niet aan de regels houden. De nota is de basis van de vernieuwde Arbowet in 1999.
Wet Uitbreiding Loondoorbetaling Bij Ziekte (WLUBZ)
De wet verplicht werkgevers om bij ziekte van een werknemer gedurende maximaal 52 weken 70% van het loon te betalen. In 2004 wordt deze periode verlengd naar 104 weken.
FBGD richt Arbo Unie als facilitaire BV op
NIA'TNO komt tot stand
Fusie van Nederlands Instituut voor Arbeidsomstandigheden en de divisie Arbeid en Gezondheid van TNO.
Nieuw Arbobesluit
Uit dit besluit komst de Aanvullende Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (ARIE) tot stand. De ARIE is een aanvullende RI&E met betrekking tot de risico's van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen.
De jaren nul
De bouw raast nog even door met grote projecten als de Betuweroute en de hogesnelheidslijn. Na een paar jaar gaat het echter minder. De VUT is niet langer houdbaar en er komt een pre-pensioenregeling voor in de plaats. Het bouwplaatspersoneel moet gaan werken tot 62 jaar oud. Slechts enkele jaren later schrapt de overheid de nieuwe regeling alweer en de pensioendatum schuift voor allen op naar 65 jaar.
Nederland brengt de Arbowet in lijn met de Europese wetgeving. Dat betekent minder details. Bedrijven en branches moeten naar de stand der techniek hun eigen beleid maken. De bouw ontwikkelt een tiental arbocatalogi en introduceert ‘arbovriendelijke hulpmiddelen’.
De afbouw van de sociale zekerheid gaat verder. De verzuimbegeleiding gaat van één naar twee jaar, met verplichtingen voor terugkeer in passend werk. Dit gaat samen met de invoering van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen, de opvolger van de WIA. De instroom in arbeidsongeschiktheid daalt fors. Bedrijven leggen de prioriteit bij het beperken van de kosten van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Ze zijn niet meer verplicht deskundigen van de arbodienst in te schakelen. De aandacht voor preventiezorg neemt af. De kredietcrisis versterkt dit nog extra.
Schildersziekte
Jarenlang werden in Nederland circa een half miljoen werknemers regelmatig blootgesteld aan organische oplosmiddelen. De gezondheidsricio’s bij blootstelling aan deze stoffen was niet of nauwelijks bekend bij werkgevers en werknemers. Vanaf de jaren ’70 werd duidelijk dat langdurige blootstelling kan leiden tot chronische toxische encephalopathie (CTE), beter bekend als organisch psychosyndroom (OPS) en de schildersziekte. De symptomen hiervan zijn vergeetachtigheid, moeheid, concentratiestoornissen en gedragsveranderingen.
Vervangingsplicht
Vanaf 1991 is er campagne rondom verven en het gebruik van oplosmiddelen gevoerd. Deze campagne richtte zich op externe regulering en was derhalve niet erg succesvol. De campagne ‘Watergedragen, breed gedragen’ slaagde er dan ook niet in om tot een oplosmiddelverbod te komen in de cao. Op 21 april 1998 kondigde staatssecretaris De Grave van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een wijziging in het Arbobesluit aan. Vanaf 1 januari 2000 is de bij Wet geregelde vervangingsplicht van organische oplosmiddelen van kracht. Deze succesvolle regeling geldt voor alle binnenwerkzaamheden. Het houdt in dat er gebruik gemaakt wordt van producten die weinig of geen oplosmiddelen bevatten. Voor binnenschilderwerk mogen alleen watergedragen verfproducten gebruikt worden. Sinds 2001 worden alle schilders tijdens het PAGO gecontroleerd op gezondheidsklachten door oplosmiddelen. Zo nodig vindt er onderzoek plaats naar de ziekte OPS in Amsterdam en Enschedé.
Wet Verbetering Poortwachter
Wet om langdurig ziekteverzuim te beperken. Op basis van de probleemanalyse van de bedrijfsarts moeten werkgever en werknemer een plan van aanpak opstellen en periodiek bijstellen.
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
WIA ingevoerd op 1 januari 2004 en is de opvolger van de WAO. In de WIA bestaat er onderscheid tussen werknemers die gedeeltelijk kunnen werken en werknemers die helemaal niet meer kunnen werken.
Bouwend Nederland opgericht
Algemeen Verbond Bouwbedrijf (BouwNed), VIANED, Bolegbo-vok en vocBetonbouw fuseren tot Bouwend Nederland op 22 december 2004. Bouwend Nederland is de Nederlandse brancheorganisatie voor bedrijven in de bouw- en infrastructuur.
Oprichting Fundeon
Op 1 januari 2006 fuseren de sectorale vakopleidingsinstituten Bouwradius en SBW (infrastructuur) tot Fundeon. Fundeon is het kenniscentrum voor het opleiden en ontwikkelen van personeel in de bouw en infra. Het vormt de schakel tussen het onderwijs en het bedrijfsleven.
Loopbaantrajecten
In januari 2002 werd een kleinschalige pilot gestart in Noord-Holland, de loopbaantrajecten. Vanuit de cao-partijen kwam het initiatief om werknemers door middel van trajecten op de juiste plek neer te zetten. Zo zorg je voor betere arbeidsparticipatie en een gezonde werkplek voor iedereen. Loopbaanadviseurs ondersteunen werknemers door gesprekken en helpen bij omscholing en ontwikkeling. Samen met een adviseur werd er gekeken welke stappen gemaakt moeten worden voor de ‘nieuwe’ loopbaan.
Ambitie, Preventie en Verzuim
Vanaf het begin werd er onderscheid gemaakt in drie verschillende types loopbaantrajecten. Ambitie, Preventie en Verzuim. Bij Ambitie trajecten werden werknemers begeleid die de wens hadden om door te groeien naar ander werk. Om hogerop te komen of om juist een compleet andere richting in te slaan. Bij Preventie trajecten werden werknemers ondersteund bij dreigende arbeidsongeschiktheid. De adviseurs hielpen mee om tijdig op zoek te gaan naar passend werk.
Ook bij Verzuim trajecten werd de werknemer door de trajecten ondersteund om geschikt werk te vinden. Alle werknemers werden gedurende het hele traject ondersteund en begeleid door adviseurs. Zij hielpen niet alleen bij het vinden van arbeid en educatie maar regelden ook de financiële ondersteuning. Daarnaast begeleidden ze medewerkers de bouw uit als dit de wens was of noodzakelijk voor geschikte arbeid. Werknemers namen altijd op vrijwillige basis deel.
Trajecten door heel Nederland - 2006
De pilot in Noord-Holland duurde twee jaar. Het was als snel duidelijk dat er vooruitgang werd geboekt en men wilde het project verder in Nederland verspreiden. Lange tijd bleef het echter stil. CAO-onderhandelingen vonden plaats, maar duurden zeer lang. Er werden geen nieuwe loopbaantrajecten gestart in deze periode. Wel vond er van 2004 tot 2006 een project plaats bij schilders, waarbij de schilders werden ondersteund in hun loopbaan. Pas een paar jaar later, op 1 april 2006, kreeg het loopbaantraject echt doorgang. Het project was opgesteld door projectbureau Cinop in Den Bosch.
Twee maanden later, 1 juli 2006, was het loopbaantraject landelijk operationeel. Door heel Nederland werden nu trajecten begeleid.
Twee jaar later, op 1 juli 2008, werden de adviseurs ondergebracht bij Fundeon. Onder Fundeon bleef het Loopbaantraject Bouw & Infra als een aparte en zelfstandige tak werken. Er waren op dat moment 31 trajectadviseurs in dienst.
Grootse investering
Het doel van de loopbaantrajecten bleef hetzelfde als bij de oprichting van het project. Werknemers de kans bieden zich te ontwikkelen, passende functies te vinden en om te zorgen dat zij tot aan hun pensioen gezond en tevreden blijven werken. Deze loopbaantrajecten waren vrijwillig en voor alle werknemers in Bouw & Infra ongeacht leeftijd, niveau en diploma. De kosten van het traject werden door Fundeon betaald, gedragen door het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Bouwnijverheid (O&O-fonds). In het begin hadden de adviseurs veel financiële ruimte. Er werd dan ook groots geïnvesteerd in de loopbaantrajecten. Later werd er een proportionele verdeling tussen werkgever, werknemer en loopbaantraject opgesteld. Alle werknemers kregen een individueel ontwikkelingsplan.
De loopbaantrajecten werden grootschalig gepromoot onder de naam ‘Wat doe jij morgen?’ In de gelijknamige boekjes en op de website werden persoonlijke succesverhalen van werknemers gedeeld. Later werden de succesverhalen ook gepubliceerd in het blad ‘Bouwen' van Stichting Arbouw.
Afwikkelen van loopbaantrajecten onder Volandis
Op 30 juni 2016 werd Fundeon samen met Arbouw opgeheven en werden ook de loopbaantrajecten stopgezet. In totaal hebben ruim 11.000 werknemers aan deze loopbouwtrajecten deelgenomen. Alle lopende trajecten werden overgenomen door Volandis. Drie jaar later lopen er nog steeds afwikkelprojecten maar Volandis start geen nieuwe loopbaantrajecten meer. Wel richt zij zich op ‘duurzame inzetbaarheid’. Dit gebeurt door DIA-adviesgesprekken als aanvulling op de PAGO’s. In deze gesprekken zie je veel terug van de loopbaantrajecten. Hoewel werknemers niet tijdens het volledige traject worden ondersteund, is er veel aandacht voor gezond en tevreden werken tot aan het pensioen. De doelstelling van de loopbaantrajecten is dus nog steeds aanwezig, zij het onder een andere naam en met andere werkwijzen.
Bijstelling van de Arbowet
Werkgevers en nemers krijgen grotere verantwoordelijkheid bij vormgeven arbeidsomstandighedenbeleid. Centrale regels maken plaats voor sectoraal maatwerk, waarbij arbocatalogi een belangrijke rol krijgen. In de catalogi kunnen organisaties op branche en sectorniveau de doelvoorschriften van de overheid uitwerken.
Huidige Bouw & Infra Park ontstaat
Arbouw komt met PISA
Web based ProductInformatieSysteem Arbouw
Crisis in de bouw
In 2008 loopt het goed in de bouwwereld, er is sprake van hoogconjunctuur. In het einde van het jaar ontstaat er echter een internationale financiële crisis. Dit heeft niet onmiddellijk een impact, maar in 2009 begint de crisis de bouw nadelig te verstoren. Er is sprake van 5% minder bouwvolume ten opzichte van 2008. De crisis neemt toe en houdt aan tot en met 2015. Rond de 80 duizend werknemers verliezen hun baan en de instroom van nieuwe leerlingen stagneert. Pas is 2015 beging de omzet in de bouw weer aan te trekken.
De jaren 10
De economische crisis kent een lang aanhoudende dip tot 2015. Niet alleen de overheid maar ook bedrijven en huishoudens bezuinigen. Hierdoor gaan veel bouwbedrijven en toeleveranciers failliet. Het aantal werknemers in de bouwcao’s daalt van 180.000 tot onder de 100.000. De pensioenleeftijd schuift met het ‘pensioenakkoord’ nog verder op naar 67 jaar oud.
De sociale partners in de bouw heffen Arbouw en Fundeon op. Ze willen meer aandacht voor duurzame inzetbaarheid met minder kosten. Voor dit doel richten zij Volandis op. Deze stichting zet de preventiezorg in de bouw voort met nieuwe diensten. De ‘duurzame inzetbaarheidsanalyse (DIA) wordt ingevoerd en naast een digitaal portaal (mijnVolandis) voor werkgevers worden ook nieuwe A-bladen en het project ‘bouwspraak’ ontwikkeld.
Na de crisis is er geld voor verduurzaming, de aanleg van windparken en woningen gaan van gas naar ‘0-op de meter’. Ook de bouw veert op. Het aantal leerlingen stijgt, maar het aantal werknemers stijgt langzamer (tot 120.000). Werknemers met een bouwplaatsberoep keren nauwelijks terug in de bouw.
Inspectie SZW ontstaat
Na samenvoeging van de Arbeidsinspectie, de Inspectie Werk en Inkomen en de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst ontstaat de Inspectie SZW van het Nederlandse Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De arbeidsinspectie houdt zich onder andere bezig met toezicht houden op de arbozorg, arbeidsomstandigheden en veilig werk in de bouw.
Arbouw presenteert nieuwe Toolkit en website
Op 25 november wordt de Toolkit ‘Duurzame Inzetbaarheid in de bouwnijverheid’ gepresenteerd. De toolkit helpt bedrijven inzicht te krijgen in de huidige inzetbaarheid en biedt verbetermaatregelen om werknemers langer gezond aan het werk te houden. Ook wordt de webpage www.arbouw.nl/goedbezig gelanceerd, waar zowel werkgevers als werknemers meer informatie, tips en een zelftest voor werknemers kunnen vinden.
Besluit risico's zware ongevallen
Het besluit (Brzo) integreert wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsveiligheid, omgevingsveiligheid en rampbestrijding in een juridisch kader. Doelstelling: Voorkomen en beheersen van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn.
CAO-akkoord Bouw- en Infra 2015-2017
Sociale partners beogen een meer integrale aanpak op het gebied van veilig en gezond werken en de ontwikkeling van werknemers.
1 juli 2016: Oprichting Stichting Volandis
Cao-partners in de Bouw- en Infrasector besloten begin 2016 onder aanvoering van Bouwend Nederland, CNV en FNV een nieuw kennis- en adviescentrum voor duurzame inzetbaarheid op te richten: Volandis. Volandis is een non-profit organisatie en het resultaat van het cao-akkoord Bouw & Infra van 13 juni 2015. Duurzame inzetbaarheid is een thema waar eerder de organisaties Arbouw en Fundeon invulling aan gaven. Deze organisaties hielden per 1 juli 2016 op te bestaan. Sociale partners willen een integrale aanpak als het gaat om gezond, veilig werk en de ontwikkeling van werknemers. Zij hebben daarom besloten tot een nieuw kennis- en adviescentrum te komen.
Volandis als vliegwiel
De naam Volandis is afgeleid van het Spaanse woord ‘volante’, wat vliegwiel betekent. We willen als organisatie een vliegwiel zijn voor persoonlijke en maatschappelijk wenselijke ontwikkelingen. We richten ons op het optimaal ondersteunen van werknemers en werkgevers bij hun invulling van duurzame inzetbaarheid. En dagen jou uit hier zelf mee aan de slag te gaan.
Nieuwe Arbowet
Positie preventiemedewerker en bedrijfsarts versterkt. Medezeggenschapsorgaan krijgt een grotere rol bij de inrichting van arbodienstverlening.
Algemene Verordening Gegevensbescherming
Bouwspraak geïntroduceerd
Bouwspraak is een universele (gebaren)taal om de veiligheid in de bouwsector te vergroten.
Iets gemist of een foutje gespot?
Laat het ons weten via communicatie@volandis.nl. Alvast bedankt!